Had je zo’n 15 jaar geleden tegen mij gezegd dat ik later in Berlijn zou wonen, vloeiend Duits zou spreken en bovendien nog eens verzot zou raken op Duitsland, dan had ik je waarschijnlijk sceptisch aangekeken, mijn kin omhoog gestoken en je ronduit voor gek verklaard. Maar toch is het waar; vandaag, 1 juli 2018 vieren Kees en ik ons eerste lustrum. Vijf jaar wonen we in Berlijn, vijf jaar zijn er voorbij gegaan sinds de dag dat we met ongelooflijke snelheid en zonder terug te kijken de verhuiswagen vol gooiden en de grens over reden.
Als obstinate puber mocht ik destijds in de tweede van de Havo kennismaken met de twee vreemde talen; Frans en Duits. Engels was tenslotte niet vreemd, want dat had ik al vanuit huis meegekregen en werd vanaf groep 7 zelfs al op de basisschool gegeven. Maar Frans en Duits waren talen waar ik tot dan toe weinig ervaring mee had. Vanwege vakanties in Frankrijk en een niet te verklaren fascinatie voor de uitspraak van de taal, ging mijn voorkeur al snel uit naar de Franse lessen.
De Duitse lessen gaf ik nauwelijks een kans vanwege een vooringenomen aversie tegen de taal. Daarnaast waren het niet écht lessen te noemen. Dat wil zeggen dat we Duitstalige films keken in de klas (hallo Lola Rennt) en met audio-cd’s zinnetjes probeerden te leren die je in het latere leven never nooit nodig zou gaan hebben, zoals: “Hallo ich heisse Lana und ich gehe in die Realschule”. De rest van de tijd spendeerde onze docent aan het vertellen van flauwe verhalen over vroeger en schuine moppen, iets dat wij leerlingen natuurlijk helemaal het einde vonden. Grappen en grollen en geen les is voor een stel opgeschoten Havisten natuurlijk altijd goed. We gingen dus allemaal met veel plezier naar Duits maar echt wat leren deden we niet, de grammatica vond ik dodelijk vermoeiend en ik kan me herinneren dat ik het vak vervolgens met een onvoldoende liet vallen. Tot zover Duits.
Volg goede moed koos ik voor Frans maar ook die lessen vielen vies tegen. Natuurlijk stond er een complete francofiel voor de klas, voor wie er geen ander land bestond dan Frankrijk en voor wie er geen mooiere taal bestond dan het Frans. Naast de Franstalige films die we altijd tijdens de laatste les voor de vakantie keken, bestonden de lessen voornamelijk uit het stampen van woordjes en vervoegingen. Tot op de dag van vandaag heb ik nooit begrepen waarom scholen denken dat met grammatica en woordjes stampen obstinate pubers interesse krijgen voor een vreemde taal. De enige reden dat ik het vermaledijde examen Frans met een voldoende haalde, was omdat het een leesexamen was en de tekst over Harry Potter ging. Het had wat mij part nog Portugees kunnen zijn, dan nog had ik het begrepen.
Ik kwam dus als 16-jarige van de middelbare school met een havo-diploma met Engels en Frans, zonder Duits. Ik herhaal het nog eens: had je mij op dat moment gezegd dat ik een slordige 15 jaar later al ruim vijf jaar in Berlijn zou wonen, vloeiend Duits zou spreken (ok, afgezien van de grammatica dan) en behoorlijk verknocht aan het land zou zijn, had ik je voor een fantast gehouden. Auf absolut keinen Fall zou mij dat overkomen! Vijftien jaar terug was Duitsland namelijk helemaal niet cool. Als kleinkinderen van de oorlogsgeneratie waren we allemaal opgegroeid met verhalen over de oorlogsjaren en de bezetter. Bovendien leende het Duits zich uitstekend voor lekker hard snauwen. “JAWOHL!” Dat dat ook de beleving van Duitsers en Duitsland bij mijn leeftijdsgenoten was vergeet ik nooit weer, want een leerling uit VWO 5 vond het altijd nodig om twee vingers tegen zijn bovenlip te houden, zijn rechterhand gestrekt in de lucht te gooien en met een voet hard op de grond te stampen als ik voorbij liep, omdat ik een lange zwarte stoffen jas droeg in de winter. Natuurlijk deed hij dat altijd midden in de gang tussen twee lessen in, waardoor ik leerde om niet alleen heel snel trap af te lopen maar ook veel tijd buiten doorbracht met andere mensen die liever niet binnen waren tijdens schoolpauzes’s. Terugdenkend aan zijn ‘geintjes’ moet ik lichtelijk om gniffelen, want dat obscene gebaar is in Duitsland gewoon strafbaar. Later bleek overigens dat deze sneuneus me stiekem leuk vond en dat zijn trieste gebaar een puberale uiting van die gevoelens was. “Was sich liebt, das neckt sich” zou docent Duits Van Sintfiet zeggen.
Enfin. Je kunt je dus wel voorstellen dat toen Kees en ik hier vijf jaar geleden in Berlijn op de stoep stonden, we heel wat obstakels te overwinnen hadden. We moest werk vinden, de taal leren en wennen aan een nieuw land met al haar gewoonten. Naar het schijnt zijn er standaard drie fases die emigranten doormaken, waar ik me overigens maar al te goed in herken. Fase één zijn de wittebroodsweken van je emigratie en deze duren ongeveer een jaar. Alles is gaaf en geweldig aan je nieuwe omgeving, iedereen is leuk en je hebt het enorm naar je zin. Het leren van de taal gaat aardig en je probeert je waar mogelijk aan te passen.
Toch slaat dat gevoel vroeg of laat langzaam maar zeker om. De nieuwe glans is van de emigratie af en net als in je thuisland krijg je te maken met de minder leuke kanten van je nieuwe land. Je leert meer over de sociale en politieke problemen van je nieuwe stad en land, krijgt meer dan eens te maken met de slopende bureaucratie en merkt dat het als nieuwkomer nog niet zo makkelijk is om een passende baan te vinden waar je ook een tijdje kunt (en wil) blijven. Een lange fase die wij van midden ons tweede tot zeker het vierde jaar hebben doorgemaakt. Echter wisten wij door die mindere jaren na ruim vier jaar precies wat we wel en niet wilden in Berlijn en hebben we alles in het werk gesteld om dat voor elkaar te boksen.
Zo zijn we na vijf jaar in de derde fase van onze relatie met Berlijn aangekomen; houden van en leren leven met alle ups en downs van het nieuwe land. Want ondanks de vele quirky facetten, is Duitsland een geweldig land om in te mogen wonen en werken. Aansluiting vinden bij andere Duitsers is nog niet altijd even gemakkelijk en er blijft altijd iets te wensen over, maar Mensch, wat hebben we het naar ons zin in Berlijn.
Per vandaag, 1 juli 2018 mogen we ons nu ook (volgens het CBS) ‘geslaagde emigranten’ noemen. We hebben allebei werk, een woning en betalen onze belastingen en verzekeringen. We zijn niet gedwongen of vrijwillig teruggekeerd naar Nederland (of dat van plan) en bevinden ons ook niet in een Chinatown-achtige subcultuur waar we ons met alleen Nederlands kunnen redden en ons niet tussen de Duitsers hoeven te mengen om te kunnen overleven. Natuurlijk hebben we dat niet helemaal zonder hulp of steun van onze families gedaan, maar potver wat maakt deze dag mij trots. Trots dat we hier nog altijd wonen, nog altijd samen zijn en dat we gelukkiger zijn dan ooit. Samen én met Berlijn.
Lees ook mijn andere artikelen over zoveel jaar in Berlijn:
- Vier jaar in Berlijn
- Drie jaar in Berlijn
- Duizend dagen in Berlijn
- Twee jaar in Berlijn
- 7 Berlijnse dingen die me gelukkig maken (één jaar in Berlijn)
——————————————————————
Dit is mijn eerste artikel in een paar maanden tijd, want er blijken helaas maar 24 uren in een dag te zitten. Sorry! Mijn agenda liep de afgelopen maanden propvol met freelance klussen, rondleidingen en een aantal trips buiten Berlijn. Verhalen maken en bloggen schoot er daardoor elke keer weer bij in, tot mijn eigen frustratie. Life got in the way, je kent het wel. Ik weet ook niet precies hoe zich dit in de komende weken en maanden ontwikkelt maar ik beloof plechtig dat ik mijn best blijf doen om artikelen te maken en tips te verzamelen voor wattedoeninberlijn. Dankjewel voor je support!
Hallo Emma en Kees, Gefeliciteerd met jullie lustrum, echt heel tof. Ik moest er smakelijk om die taalkeuzes lachen. Mooi verhaal. Echt heel gaaf dat jullie je ‘drive’ hebben kunnen vinden en houden. Volgende week kom ik onverwacht weer naar Berlijn, dit keer alleen met mijn dochter, ze is geslaagd voor haar Havo en wilde graag een paar dagen naar Berlijn. Geef je nog rondleidingen? In oktober komen we ook maar dan met een vriendengroep. Dan mag ik als een soort gids fungeren…:-) of misschien haken we nog bij een of andere rondleiding van jouw aan. Groeten, Patrick
Hi Patick, dankjewel voor je leuke reactie en tof dat je weer naar Berlijn komt en dat met je dochter! Wil je haar feliciteren met haar diploma van mij? Voor volgende week zaterdag(!) staat de kiezwandeling door Prenzlauer Berg op het programma en in Oktober geef ik uiteraard weer rondleidingen over het festival of lights :-) Het overzicht kun je hier vinden! Ik weet niet hoe groot de vriendengroep is? We kunnen eventueel ook nog een privérondleiding doen, als dat je leuk lijkt. Wie weet zien we elkaar weer, lijkt me erg leuk!
Hoi Emma, leuk om te lezen hoe je helemaal je draai hebt gevonden in Berlijn
Met oud&nieuw komen wij ook naar Berlijn en nu is m’n vraag, wat te doen met oudejaarsnacht?!
Hopelijk heb je tips.
Groetjes Laura