Blog met Berlijntips, handige info en boeiende verhalen over Berlijn

Museum-tip: het dagboek van Sheindi Ehrenwald

,
0
Home » Museum-tip: het dagboek van Sheindi Ehrenwald

De ellende van Auschwitz vertelt het zwartste en meest gruwelijke hoofdstuk uit de Duitse geschiedenis en is exemplarisch voor de horror van de holocaust. Wellicht omdat het getal van 1,1 miljoen dode mensen – waaronder voornamelijk joden – nauwelijks voor te stellen is. Of omdat er ondanks de pogingen van de nazi’s om bewijs te vernietigen, juist nog best wel wat te zien is. Wie denkt dat we – nu 75 jaar na de bevrijding van Auschwitz-Birkenau – wel alle verhalen over het concentratie- en vernietigingskamp kennen, heeft het goed mis. Nog altijd komen nieuwe verhalen naar buiten, van mensen die al die jaren niet durfden te vertellen, of omdat er niet naar ze geluisterd werd. Een van hen is holocaust-overlevende Sheindi Ehrenwald uit Jerusalem. Jaren heeft ze niet durven spreken over wat haar in de oorlog overkwam. Maar in 2019 durft ze het toch aan om haar dagboek, dat ze zelfs tijdens haar verblijf in Auschwitz verborgen wist te houden, naar buiten te brengen. Momenteel zijn er delen van te zien in het Duits Historisch Museum in Berlijn.

Zoals elk jaar op 27 januari, neem ik de tijd om de Holocaust te gedenken. Nu kan ik wel een minuut stil zijn, maar daarmee verandert er voor de slachtoffers eigenlijk niets. Ik vind het belangrijker om mezelf te blijven informeren. Verhalen lezen, documentaires bekijken en op die manier stil proberen te staan bij het leed dat zo verschrikkelijk veel mensen is aangedaan. Dit jaar hoor ik net op tijd van een bijzondere tentoonstelling in het Duits Historisch Museum. Sheindi Ehrenwald uit Israel heeft bijna 75 jaar na de Holocaust haar dagboeken durven delen met de buitenwereld en een deel ervan is in Berlijn te zien.

Dus op maandagmiddag wandel ik, na een rondgang bij verschillende Stolpersteine in Berlijn, het Duits Historisch Museum binnen. Ik meld me aan voor een speciale thema-rondleiding over de Nazi-heerschappij en over hoe de holocaust kon ontstaan. Een medewerker van het museum neemt ons mee door de vaste tentoonstelling en vertelt van begin af aan welke sleutelelementen een rol speelden in het ontstaan van de Holocaust. Alles komt weer voorbij; van reeds bestaand anti-semitisme in de Keizertijd, tot de Nürnberger Gesetze (de rassenwetten van de nazi’s), de Wannsee Konferenz en alle andere thema’s. Ondanks dat ik al een hoop gelezen heb over de Nazi-overheersing, en zelf ook ’t een en ander weet, blijft het elke keer weer indrukwekkend de verhalen van anderen te horen. Elke gids kent weer andere verhalen die het verloop van de geschiedenis illustreren. Ook vind ik het bijzonder om deze rondleiding met Duitsers mee te maken. De vragen die gesteld worden zijn anders, de interesse ligt niet zozeer bij het verloop van de geschiedenis (die kennen de mensen wel), maar bij ‘het waarom’. Erg leerzaam.

We eindigen vlakbij de tentoonstelling over Sheindi Ehrenwald en haar dagboek. Deze is geplaatst in de vaste collectie over de twintigste eeuw van het museum, in de rechtervleugel op begane grond in het hoofdgebouw. Normaliter staat in deze hoek van het museum het gigantische “Modell des Krematoriums II“, een kunstwerk van de Poolse kunstenaar Mieczysław Stobierski. Het volledig witte model beeldde het crematorium en de gaskamer van Auschwitz-Birkenau uit. Ik herinner me dit als een zeer indrukwekkend kunstwerk, waar er ter wereld – naast het model in Berlijn – slechts twee andere exemplaren van zijn. Eentje staat in het museum Yad Vashem in Israel, een ander in het Holocaustmuseum in Washington D.C. Het kunstwerk is tijdelijk vervangen voor de tentoonstelling over Sheindi’s dagboeken en ik sta er even van versteld hoeveel ruimte er plotseling is.

Over Sheindi Ehrenwald

Sheindi Ehrenwald wordt in 1928 in het kleine stadje Galánta in Hongarije geboren. Ze brengt haar jeugd door in een traditioneel Joods gezin. Van hen overleven maar drie leden de holocaust; Sheindi, haar zus Yitti en hun broer Yezekiel. Haar familie bezit meerdere winkels aan de hoofdstraat van het stadje. Galanta behoort tot aan het einde van de eerste Wereldoorlog in 1918 tot Oostenrijk-Hongarije, vanaf 1920 is het een onderdeel van Tsjechoslowakije en vanaf 1938 is het weer Hongaars. In de familie Ehrenwald worden zo meerdere talen gesproken, Hongaars, Duits en Slowaaks. Ze leven een rustig en prettig leven, tot in maart 1944 de Duitsers Hongarije bezetten. Sheindi is dan 14 jaar oud.

– De deur gaat open en we zien onze moeder in de deuropening staan. Ik doe het boek dat ik aan het lezen was dicht en maak mijn haar glad, alsof ik het netjes moet maken. Anders dan normaal, zegt mijn moeder helemaal niets, ze ijsbeert door de kamer. Plotseling stopt ze. Haar stem klinkt kalm, het is net alsof ik het nu nog kan horen: ‘meiden, de Duitsers zijn het land binnen gevallen.’ Het is volledig stil in de kamer, je hoort alleen de vogeltjes buiten tjirpen. Ik kijk naar mijn moeders bewegingloze en verdrietige gezicht. Ik kan geen spoor van een lach of grapje ontdekken, dus ik moet haar geloven dat het waar is. Het gezicht van mijn zus is krijtwit en verwilderd mompelt ze: ‘we zijn er geweest’. Van binnen ben ik wanhopig, maar ik laat geen angst zien en stel de vraag: ‘hoe weet je dat zo zeker? Kom zeg, het zijn gewoon roddels. Neem ze niet serieus’. En alsof het me allemaal niets kan schelen, open ik mijn boek en ga ik verder met lezen. Maar ik zie niet meer wat ik lees –

Inval van de Nazi’s in Hongarije
In 1943 capituleert het aan Duitsland-verbonden Italië aan de geallieerden. Kort daarna neemt ook Hongarije (ondanks het partnerschap met Nazi-Duitsland), contact op  de geallieerden. Om te voorkomen dat Hongarije zich aan de geallieerden overgeeft, marcheert de Wehrmacht in maart 1944 Hongarije in. De bezetting is overigens niet alleen om politieke en militaire redenen, maar ook omdat de Nazi’s behoefte hebben aan goederen, handelswaar, voedsel en arbeidskrachten.

Met de inval komt ook een ‘Sonderkommando‘ van 200 man sterk het land in, onder leiding van de beruchte SS’er Adolph Eichmann. Eichmann krijgt van Hitler de opdracht om in Hongarije ‘de Joden op te ruimen’. Eichmann inventariseert de joden in Hongarije alsof het goederen betreft en maakt een plan voor deportatie. Het idee is om dagelijks via subkampen zo’n 12.000 Joodse burgers naar Auschwitz te deporteren. Tijdens een conferentie in mei 1944 in Wenen, wordt het plan goedgekeurd. Hierbij zijn talloze bedrijven aanwezig, van de SS, de Duitse Reichsbahn, Hongaarse en Slowaakse spoorwegen, de Wehrmacht en de Hongaarse politie. Ook hier zie je weer hoeveel bedrijven zo meewerkten aan de holocaust, want logistiek was essentieel. Vrijwel alle transporten vanuit de door Nazi’s bezette gebieden, werden gezamenlijk door de SS en Deutsche Reichsbahn georganiseerd.

Voor de burgers in Galanta begint de ellende op 20 april. De Joodse winkels worden door Hongaarse politie-agenten geplunderd en onteigend, kostbare bezittingen moeten worden afgegeven. Ook de familie Ehrenwald moet in mei 1944 hun huis verlaten. Alle Joden moeten een gele ster dragen en komen in ghetto’s terecht. Daar is gebrek aan alles; onderdak en verzorging waren volledig ontoereikend. Talloze Joden krijgen te maken met geweld en soms zelfs folter. De Hongaarse politie doorzoekt het ghetto keer op keer naar waardevolle spullen. Het is het begin van een lange nachtmerrie die Sheindi nauwkeurig in haar dagboek beschrijft.

Tentoonstelling
De tentoonstelling over Sheindi Ehrenwald is redelijk eenvoudig van opzet en ook niet zeer groot. In chronologische volgorde wordt uitgelegd waarom de Duitsers Hongarije binnenvielen en worden bij alle historische gebeurtenissen de dunne dagboekblaadjes getoond in een vitrine. Zo kun je lezen wat er op grotere schaal gebeurde in Hongarije en hoe Sheindi daarover schreef in haar dagboeken. Het geeft een hele menselijke kant aan de anders vrij staccato verhalen, vol data en cijfers. Ik merk dat ik meteen diep onder de indruk ben van hoe alles is opgeschreven. Ik kijk naar de kleine blaadjes met de aantekeningen van Sheindi erop en probeer me voor te stellen onder welke omstandigheden ze geschreven zijn. Dat zulke kleine papiertjes zo’n heftig verhaal kunnen vertellen.

De eerste verhalen
Sheindi begint direct na het nieuws over de Duitse inval op te schrijven wat ze meemaakt. De Ehrenwalds zitten inmiddels in het derde ghetto, Érsekújvár. Daar worden ze op 12 juni 1944 in overvolle goederenwagons gedeporteerd. In de wagon probeert ze nog wat te noteren, maar het is er overvol en ze krijgt nauwelijks lucht. Verder schrijven lukt niet. Ze scheurt de pagina’s die ze al beschreven heeft en een paar extra blaadjes uit het dagboek en verstopt ze onder haar kleding. Op de vroege ochtend van 14 juni rijdt de trein het nieuwe spoor op bij Auschwitz-Birkenau. Daar kan ze niet verder schrijven in haar dagboek.

Na aankomst wordt Sheindi met haar zusje Yetti in de rij gezet voor selectie. Plots beseft ze dat haar ouders niet meer achter haar staan. Ze kijkt op maar ziet ze nergens meer. “Alsof ze in lucht op waren gegaan”. Na de selectie worden Sheindi en Yetti overgebracht naar het vrouwenkamp in Birkenau. Haar dagboekaantekeningen kan ze nog net bij haar zusje Dora in de zakken van haar jurk stoppen. Haar ouders heeft ze na de selectie niet meer gezien, zij zijn direct na aankomst naar de gaskamers gestuurd.

– Voor mijn haar werd afgeschoren, zag ik een Slovaaks meisje mijn zusje Dóra naar binnen brengen. Dora riep me toe dat haar haar niet afgeschoren hoefde te worden. We konden niet verder met elkaar praten, want nu was het mijn beurt. Mijn haar werd in twee vlechten op m’n rug vastgemaakt. Plotseling was mijn haar weg. Ik moest niet huilen. In de badkamer zag ik Yitti en Dora weer. Toen we elkaar zagen, moesten we lachen. We waren kennelijk niet goed bij ons hoofd, we waren knettergek geworden. In plaats van te gillen of te huilen, stonden we te lachen. We wisten niet wat ons nog zou gaan gebeuren, we hadden duidelijk geen flauw benul. Dat was het einde van de baddertijd. Aan het eind van de badkamer, net voor de uitgang, werd er een pijnlijk brandend water over ons gesprayd. “Jullie zijn gedesinfecteerd”-

In de barakken waar ze terechtkomen, verstopt Sheindi haar aantekeningen – Dora had ze na het desinfectieproces terug kunnen gekregen – in gaten in de muur. Dora is pas 12 jaar en wordt naar een andere barak gestuurd, waar ze tijdens het scheren door een arts voor was geselecteerd. Sheindi ziet haar zusje Dora nog één keer, als Dora stiekem de barakken van de oudere vrouwen in komt om haar zussen te zien en daar betrapt wordt door een kampbewaker. Achteraf weet Sheindi dat de arts die Dora selecteerde, Josef Mengele was, de beruchte kamp-arts. Dora overlijdt uiteindelijk in Auschwitz, hoe of wanneer precies is niet bekend.

Sheindi wordt na een paar dagen in Auschwitz weer op appèl geroepen en met 75 andere jonge vrouwen geselecteerd. Nog dezelfde dag wordt ze – weer in een transportwagon voor vee – op transport gezet naar een kamp nabij Breslau. Vanuit daar komt ze terecht in een omgebouwde sportschool, waar ze weer in barakken worden ondergebracht. Er is geen verwarming of water, slapen moet ze op houten planken met een beetje stro. Om het kamp heen staan hekken met elektriciteit erop en wie ook maar probeert te vluchten, wordt direct doodgeschoten. Het is winter en bitterkoud. Elke ochtend moeten ze om half 5 opstaan, om een uur lang op klompen door de sneeuw te marcheren naar de fabriek. Eten voor ze aan ’t werk gaan, krijgen ze niet.

Dwangarbeid in de concentratiekampen
Talloze Duitse bedrijven melden in 1943 een behoefte aan 2,5 miljoen nieuwe arbeidskrachten aan bij de Nazi-overheid. Vanwege de oorlog staat met name de wapen- en militaire uitrustingsindustrie onder grote druk en zitten vele fabrieken om personeel verlegen. Ze eisen bij de SS-leiding meermaals concentratiekamp-gevangenen op voor de oorlogsproductie. Zo rekent SS bij de bezetting van Hongarije ook op het arbeidspotentieel van de Joodse bevolking mee, en houden ze in de kampen ‘Depot-Häftlinge‘ voor de fabrieken gereed. De Duitse leiding ziet de Joodse bevolking van Hongarije letterlijk als slaven, die alleen nog maar naar Duitsland gedeporteerd hoeven te worden, om daar in de fabrieken te kunnen worden uitgebuit. In totaal zetten meer dan 2500 Duitse bedrijven en ondernemingen tijdens de Tweede Wereldoorlog ruim 12 miljoen dwangarbeiders in.

Firma Diehl
Sheindi komt in dienst bij wapenfabriek Firma Karl Diehl, die in Peterswaldau (nu Polen) een fabriek voor granaatzekeringen heeft. Bijna duizend vrouwen werken 14 uur per dag in deze fabriek onder verschrikkelijke omstandigheden. Omdat alle werkzaamheden extreem gedetailleerd worden gedocumenteerd op kaarten, kan Sheindi meerdere oude kaarten uit de prullenbak meesmokkelen onder haar kleding. Ze wil haar oude dagboekbriefjes (die bijna uiteen vallen) overschrijven op de stevigere papieren kaarten. Ze leert elke dag de inhoud van één dagboekblaadje uit haar hoofd.

Eenmaal in de fabriek kan ze de oude briefjes overschrijven op de kaarten. Dit is gevaarlijk en kan alleen als de opzichters even weg zijn en niemand op ze let. Na het overschrijven van de oude dagboekbriefjes, schrijft ze hier ook de gebeurtenissen uit Auschwitz op. Dag voor dag  werkt ze verder aan haar dagboek op de kaarten. Elke dag neemt ze een kaart mee terug naar het kamp, waar ze ze in haar bed verstopt. In totaal lukt het haar om 54 pagina’s vol te schrijven op de kaarten. De oude briefjes en notities uit Galanta en Auschwitz gooit ze uit angst voor ontdekking in de latrine.

De situatie in het kamp wordt steeds erger naarmate de dreiging van de Sovjets vanuit het oosten erger wordt. De vrouwen in het kamp moeten meer en meer dwangarbeid doen naast het werk in de fabriek. Zo worden ze buiten aan het werk gezet om loopgraven te graven voor de soldaten, zodat ze zich kunnen verstoppen als de Russen komen. Overdag werken ze in de fabriek, niemand krijgt een moment om te slapen.

Als de Sovjets Breslau naderen, wordt iedereen naar de fabriek gedreven. Ze moeten alle machines demonteren en de onderdelen in de sloot naast de fabriek gooien. De opzichters kijken toe dat het werk voltooid is en laten dan Sheindi en haar medegevangenen achter. Ze staan uitgeput te wachten tot mogelijk andere Duitsers terugkomen, maar niemand komt meer. Van ellende en niet wetende wat ze anders moeten, keert Sheindi terug in het kamp en wacht.

Op 8 mei 1945 worden Sheindi en haar zus Yitti door de Sovjets bevrijd. Samen komen ze terug naar Galanta, maar weten nog niets over het lot van hun overige familie. Alleen haar broer komt nog terug, verder overleeft niemand de Holocaust. Ze blijft tot 1949 in Galanta en trouwt er met Emil Müller. De in mei 1948 opgerichte staat Israel werd voor honderdduizenden joden een nieuw thuis. Tot 1951 reisden bijna 700.000 mensen naar het land. Ook Sheindi verhuist met haar man naar Jerusalem.

Na de Holocaust
Sheindi legt na aankomst in Israel haar dagboekbriefjes in een mapje en daarna in een kast. Ze spreekt nauwelijks over wat er is gebeurd, en de briefjes. 74 Jaar lang is het té pijnlijk. De blaadjes vertellen verhalen over mensen die vermoord worden, de mensen uit haar dorp waar verder geen sporen of verhalen meer van zijn. Ook haar ouders komen nooit terug, zij zijn samen met Sheindi’s jongste broertje direct na aankomst in Auschwitz naar de gaskamers gestuurd.

In een tijdsbestek van zo’n drie maanden, tussen mei en juli 1944, zijn in totaal 438.000 Hongaarse Joden naar vernietigingskamp Auschwitz-Birkenau gedeporteerd, talloze anderen verdwijnen in andere kampen. Uiteindelijk overleven 121.000 Hongaarse Joden de holocaust. De meesten, die terug naar hun thuis konden komen, beleefden daar vaak opnieuw anti-Semitische afwijzing en discriminatie.

Inmiddels is Sheindi 90 jaar en besluit ze toch haar verhaal te doen. Ze hoort teveel verhalen over mensen die de holocaust ontkennen, afzwakken of gewoonweg geen weet hebben van wat er is gebeurd. In de film die rondom haar dagboeken over haar is gemaakt, hier online te zien, vertelt ze ook dat ze graag wil dat we erover blijven praten. “Ik ga binnenkort dood, en ik wil niet dat al die mensen die werden vermoord, vergeten worden”. Het Duits Historisch Museum in Berlijn is het eerste museum dat haar verhaal vertelt en het unieke document tentoonstelt. Ook in het museum in Auschwitz wordt een van de dagboekbriefjes tentoongesteld.

Getuigenissen
Ik vond het ongelooflijk bijzonder om het verhaal van Sheindi zo te lezen en werd heel stil door haar rake beschrijvingen. Het is gewoon nauwelijks voor te stellen wat mensen zoals Sheindi Ehrenwald hebben moeten doorstaan en hoe ze hebben geleden. Hoe fragmentarisch het ook is wat ze beschrijft; haar dagboeken vertellen ons eenduidig welke misdaden er in de kampen zijn gepleegd.

De tentoonstelling over Sheindi Ehrenwald is te bekijken in het Duits Historisch Museum in Berlijn, tot medio 2021. Je kunt de kleine tentoonstelling vinden op de begane grond in het hoofdgebouw (Zeughaus), in de zaal over de Duitse geschiedenis tussen 1918 en 1989.

Sheindi Ehrenwald’s Dagboeken – Deutsches Historisches Museum
Adres: Unter den Linden 2, Mitte
OV: S Hackescher Markt of Bus 100/200/300
Tijden: Dagelijks van 10:00 tot 18:00 uur
Entree: Reguliere entree van 8 euro per persoon
Tip: van 27. März tot en met 18. Oktober 2020 volgt in dit museum ook een bijzondere tentoonstelling over Hannah Arendt.

Over Auschwitz-Birkenau
Het concentratie- en vernietigingskamp Auschwitz was een 40 vierkante kilometer omvattend complex, dat uit hoofd- en bijkampen bestond, zowel als uit bedrijven. Naast het basiskamp Auschwitz II, werd in 1942 Birkenau als vernietigingskamp gebouwd. Voor het vermoorden van honderdduizenden mensen werkte het nazi-regime met talloze bedrijven samen. Hun vakkennis leidde tot een zeer technische uitvoering van de massamoord in de gaskamers en de daarop volgende verbranding van de lichamen. Medewerkers van dit soort meewerkende bedrijven reisden zelfs af naar de kampen, werden daar rondgeleid en alles uitgelegd over het doel en functioneren van de kampen.

Het dienstdoende personeel in Auschwitz kwam uit alle mogelijke lagen van de bevolking. In 1944 controleerden zo;n 3000 mannen en vrouwen de 67.000 gevangenen. Vanwege de continue stijgende gevangenenaantallen, zette de kampleiding meermaals buitenlands personeel in. Ze verhoogden ook het aantal ‘Funktionshäftlinge‘, gevangenen die als bewakers in werden gezet. Zij moesten de bevelen van de de SS doorvoeren tegen hun eigen medegevangenen.

Tussen 1940 en 1945, waren ongeveer 8200 leden van de SS werkzaam in Auschwitz. In diezelfde jaren werden er meer dan een miljoen mensen omgebracht in de gaskamers.  Tijdens de rechtszaken van de geallieerden na de Tweede Wereldoorlog, kwam minder dan 10 procent van deze kampmedewerkers voor de rechter. Het SS-personeel werd grotendeels niet, of pas veel later veroordeeld.

Op 8 mei 1945 kwam er een einde aan de Tweede Wereldoorlog in Europa, en daarmee ook aan de naziheerschappij. Voor een miljoen voormalige gevangenen van de concentratiekampen, dwangarbeidkampen en tuchthuizen begon een nieuw leven. Als ‘Displaced Persons‘ probeerden ze in de chaos van een verwoest Europa weer naar hun thuisland terug te keren.

Wiedergutmachung?
Pas in 1956 kwam er in de Bondsrepubliek een wet, de ‘wiedergutmachung nationalsozialistischen Unrechts‘. Ongeveer een miljoen slachtoffers van de nazi’s kregen zo betalingen van de Duitse staat. Tachtig procent van deze mensen was Joods. Dat maakte het echter nog niet makkelijk. De slachtoffers moesten echter van Duitse afkomst zijn om voor het geld in aanmerking te komen. Ook moesten ze zelf achter het geld aan en kregen ze op een nare en pijnlijke manier te maken met Duitse bureaucratie. Bovendien bleek meer dan eens dat medewerkers waar de slachtoffers mee te maken kregen, zelf ex-nazi’s of meelopers waren.

Privé-bedrijven die dwangarbeiders aan ’t werk hadden gezet, deden zelfs jarenlang helemaal niets om hun schuld terug te betalen. Dankzij een succesvolle aanklacht van een voormalige dwangarbeidster van het bedrijf IG Farben, werd er in 1957 uiteindelijk 30 miljoen D-mark in een fonds voor de slachtoffers gestort. De Firma Karl Diehl, (later Diehl AG) kwam pas in 1998(!) – en na lange onderhandelingen met 315 voormalige dwangarbeidsters – met een schadevergoeding over de brug. Er werden bedragen uitbetaald die tussen 5000 en 15.000 D-mark per persoon lagen. Ook Sheindi Miller-Ehrenwald kreeg zo eindelijk een betaling van Diehl.

Vind je dit soort onderwerpen interessant en wil je meer weten?

Wekelijks geef ik rondleidingen in Berlijn. Bij twee rondleidingen komt de Holocaust ter sprake. De belangrijkste is de rondleiding door Joods Berlijn, waarbij de aan de hand van Stolpersteine en foto’s door Berlijn wandelen en een verdwenen verhaal weer naar boven komt. De andere rondleiding gaat over het Derde Rijk en de Tweede Wereldoorlog, de nazi-hegemonie en de gruwelen die zij veroorzaakt hebben.
> Wil je meer informatie over mijn rondleidingen? Ga dan naar deze pagina: rondleidingen in Berlijn.


Vond je dit een leuk artikel?
Heb je genoten van de informatie of de foto’s? Kon ik je wat nieuws vertellen, helpen bij je volgende bezoek aan Berlijn of voorzien van een flinke dosis Berlijn-voorpret? Daar ben ik blij om! Wellicht wil je dan ook overwegen om mij te steunen met een donatie, zodat ik nog heel lang – en vooral ook meer! – van dit soort artikelen voor je kan maken! Via mijn speciale ‘spende’ pagina kun je een eenmalige fooi naar mij overmaken. Dit geld gaat naar alle kosten die bij het runnen van wattedoeninberlijn.nl als bedrijf komen kijken. Alvast heel erg bedankt voor je steun!

Leave A Reply

Your email address will not be published.