Blog met Berlijntips, handige info en boeiende verhalen over Berlijn

Muurverhalen • Arie van Tiggelen: werkweek in Berlijn in november ’89

,
0
Home » Muurverhalen • Arie van Tiggelen: werkweek in Berlijn in november ’89

In het voorjaar van 2019 deed ik via Twitter en Instagram een oproep; iedereen die een tof verhaal heeft over de Berlijnse muur, hoe lang geleden ook, hoe kleinschalig of juist bijzonder; stuur het in! En wat een bijzondere verhalen heb ik gekregen! Waanzinnig mooie verhalen, en een paar kleinere, kortere anekdotes. Sommigen zelfs voorzien van foto’s die tevoorschijn kwamen uit reeds vergeten fotoalbums. Anderen zonder beeld maar zo treffend beschreven, dat ons brein de rest invult. Stuk voor stuk zijn ze geweldig, en allemaal het delen waard. In de aanloop naar 30 jaar Mauerfall, verschijnen tussen 28 oktober en 10 november dagelijks nieuwe verhalen online. Dit muurverhaal komt van Arie van Tiggelen. Met een groep van 45 leerlingen gaat hij op weg naar Berlijn, op werkweek. Het is november ’89 en er staan allerlei leuke dingen op het programma, waaronder een bezoek aan Berlijn op de donderdag. Die donderdag is 9 november 1989.

Maandagmorgen 6 november staat rond zes uur de bus voor de school in Sleeuwijk te wachten. Rond de 45 leerlingen hangen nog een beetje slaperig bij hun koffers. Ouders proberen hun kroost een knuffel te geven ten afscheid en gaan luid toeterend op weg naar huis of naar hun werk. Dat levert natuurlijk weer klachten op van de buren van de school. Dat lost de directeur maar op. De MEAO 3e jaars leerlingen zoeken in de donkerte van de bus een plekje en dutten na hun drukke weekend verder. Samen met twee leraren Duits heb ik de verantwoording over het reilen en zeilen tijdens onze werkweek Berlijn.

Bij de grens met Duitsland is het nog muisstil achter in de bus. De jeugd ronkt nog lekker door. Het Europa met open grenzen bestond toen nog niet, dus moet de bus achteraan sluiten en wachten tot de chauffeur zijn papieren bij de douane kan overhandigen. Tijdens de rit naar de grens had ik verteld dat ik tijdens mijn militaire diensttijd mijn groot rijbewijs gehaald had. Ik reed toen op een stokoude vrachtwagen uit 1952 waarbij je nog moest ‘dubbel klutsen’. Er zat geen stuur- en rembekrachtiging in, zodat alleen mannen met spierballen er mee konden rijden. Dus met die voertuigen zouden we de oorlog tegen het Oostblok nooit winnen, was onze overtuiging.

Om tijd te winnen bij de grenscontrole vraagt de buschauffeur of ik even achter het stuur wil plaatsnemen, dan kan hij naar voren lopen en voordringen bij het laten controleren van de papieren. Wat een vertrouwen in mij! Hij gelooft mij op mijn woord dat ik werkelijk op de bus mag rijden. En daar zit ik dan: Allemaal knoppen en metertjes. En de verantwoording over een buslading leerlingen. Voor me beginnen de eerste auto’s te rijden en tja daar moet ik dan bij aansluiten. Binnen 25 meter zijn alle leerlingen wakker en ontstaat er een lichte paniek want de bus schommelt van links naar rechts. En nadat ik de rem iets te schielijk intrap glijden er ook nog wat leerlingen van hun stoel op de grond. De rit door West-Duitsland verloopt voorspoedig. Maar zodra we Oost-Duitsland binnen rijden moeten we binnen een vastgestelde tijd bij de grens met West-Berlijn aankomen. Het lijkt wel of het landschap ineens veel minder vrolijk aandoet en de dorpjes veel armoediger eruit zien. Maar dat zal ik me wel inbeelden.

’s Avonds bij het hotel checken we keurig in en dan start de werkweek pas echt. We bezoeken de dagen erna o.a. ‘Der Reichstag’ die pal aan de beruchte ‘Muur’ ligt. Als er ooit weer een verenigt Duitsland komt is dat het toekomstige parlementsgebouw. We hebben plaatsgenomen op de stoelen die al jaren staan te wachten op politici. We kunnen daar over de ‘Muur’ kijken, maar de Oost-Duitse grenspolitie fotografeert vanuit hun wachttorens iedereen die naar hen kijkt. Naast het gebouw bij de rivier de Spree staan witte kruizen ter herinnering aan de mensen die tijdens hun vlucht naar het Westen zijn omgekomen.

Op donderdag 9 november gaat het gebeuren: we gaan met de bus via Checkpoint Charlie naar het concentratiekamp Sachsenhausen wat zeer veel indruk op onze leerlingen maakt, vooral omdat het koud, mistig en somber weer is. Om via de beruchte grensovergang in Oost Berlijn te komen moeten er weer tal van formaliteiten worden afgehandeld. De paspoorten worden gecontroleerd. En dan ben ik de pineut. Een potige vrouwelijke militair staat voor mij en controleert mijn paspoort. Ze kijkt onderzoekend naar mijn pasfoto. En dan richten haar kille ogen zich op mij. Ze vertrouwt het niet en kijkt nog een paar keer. Vervolgens haalt ze haar meerdere erbij en die smoezen wat en dan komt het verlossende woord: ‘Alles gut!’ Ik had het kunnen weten. Op mijn pasfoto sta ik afgebeeld met bril, een volle gezicht-bedekkende baard en weelderige bos met haar. De baard is weggeschoren, ik heb inmiddels contactlenzen en de inhammen op mijn voorhoofd dijen al behoorlijk uit. Terwijl de controle bezig is, zit ik met mijn fototoestel op schoot keurig naast de bestuurdersstoel te wachten tot we verder mogen rijden. Heel per ongeluk druk ik zo nu en dan op het ontspanknopje van mijn toestel. Ik zit in spanning of ik niet betrapt wordt en het filmpje uit mijn toestel wordt gescheurd. Maar het lukt allemaal wonderwel. Ik heb het gevoel dat ik in een James Bondfilm zit.

Nadat we terug zijn gekomen uit Sachsenhausen stopt de bus op de Alexanderplatz en mogen we onze Ostmarken gaan uitgeven. We zijn verplicht om dat geld te kopen omdat we naar Oost-Berlijn gaan. En weer terug wisselen is onmogelijk. Dus moeten we het maar laten rollen. Mijn collega’s – docenten Duits- haasten zich naar de boekwinkels om goedkope boeken op hun vakgebied te kopen. Ze kunnen niet onmiddellijk naar binnen, want er is een rij met wachtenden. Er mogen maar mondjesmaat mensen naar binnen. Ze wachten een winkelkarretje en zodra er een vrij is mag de volgende de winkel in.

Ik heb daar geen zin in en ik besluit maar een bakje koffie te gaan drinken in een konditorei. En een taartje erbij kan ik ook wel betalen. Het is druk in de winkel als ik koffie en taart bestel. Ze komen het bij mijn tafeltje brengen. Er is nog maar één tafeltje vrij. Ik zit gelukkig bij het raam en kijk naar de activiteiten buiten. Dan staat er een vrouw bij mijn tafel en vraagt of de andere stoel nog vrij is. Uiteraard bied ik haar die plaats aan en maak van de gelegenheid gebruik om een praatje aan te knopen. Ze zit net als ik in het onderwijs. Dat schept natuurlijk een band. Ze is directrice op een taalschool en geeft zelf Russisch. Ze vertelt dat zij vanwege haar positie woont in een appartement met douche en ze heeft de beschikking over een eigen Trabant. En over twee jaar komt ze in aanmerking voor een nieuw exemplaar.

Als ik voorzichtig vraag of ze ook familie in het Westen heeft beaamt ze dat. Die heeft ze sinds de bouw van de ‘Muur’ nooit meer kunnen zien en ze verwacht, nadat ik er naar vraag, dat dat voorlopig ook niet zal gebeuren. Ze geeft aan dat ze best wel gelukkig is, maar ziet er wel naar uit om eens in West-Berlijn te mogen kijken. Dan schrik ik ineens, want de tijd is om gevlogen. Het is tijd om te vertrekken, want de bus moet weer op de vastgestelde tijd bij Checkpoint Charlie zijn. Ik neem vlug afscheid en haast me over het grote plein naar de bus waar ze al staan te gebaren dat ik moet opschieten.

 

Dan ineens besef ik me dat ik weggegaan ben zonder te betalen. “Kan ik nu een kogel in mijn rug verwachten?”, spookt het door mijn hoofd. “Zullen ze me aanhouden? Moet die vriendelijke juffrouw nu voor me betalen?” Al zigzaggend haast ik me naar de bus en hij vertrekt onmiddellijk. Bij Checkpoint Charlie wordt de bus compleet binnenstebuiten gekeerd en gaan ze met spiegels onder de bus zoeken naar eventuele vluchters. Uiteindelijk mogen we door naar ons hotel. We spreken met de leerlingen af om deze laatste avond in de discotheek in een zijstraat van Kurfürstendamm door te brengen. Terwijl wij op een afstandje het hossende gebeuren gadeslaan in de disco, zitten we gezellig even na te kletsen over de prima verlopen werkweek.

Dan ineens dimmen de discolichten en gaan ongezellige tl-lampen aan. Er wordt er omgeroepen dat de ‘Mauer’ open is en de Trabanten met de Oost-Berlijners eraan komen! Iedereen baant zich een weg naar buiten en daar rijden ze, de Oost-Duitse pruttelende wagentjes door de chique winkelstraat. Ze worden onthaald als helden en krijgen allerlei luxe spullen toegestopt. Het is een groot volksfeest. Op diverse plekken zien we in felle lampen cameraploegen de Oost-Duitsers interviewen. Ik heb die avond in de discotheek nogal wat foto’s met flits gemaakt en de batterijen van mijn flitser zijn vrijwel leeg. Ik baal enorm!

Leerlingen zien we die nacht natuurlijk nergens meer. En dat terwijl we vrijdagmorgen 10 november om 09.00 uur weer vertrekken! Toch zijn alle leerlingen exact op tijd weer bij het hotel en kunnen we gaan. De chauffeur heeft nog nooit zo’n snelle retourtocht meegemaakt. De DDR-grenswachten lijken niet te weten wat ze moeten doen. Ze laten iedereen maar gewoon doorrijden. We zijn na de busrit, waarbij de leerlingen hun verloren nachtrust inhalen, zelfs twee uur te vroeg terug bij school. Niemand die ons op staat te wachten. Mobieltjes hebben we niet en de school is op slot. Na een tijd wachten komen geleidelijk de opgeluchte ouders kijken of we er al zijn. Een werkweek om nooit te vergeten.

Foto’s en verhaal: Arie van Tiggelen.

 

Leave A Reply

Your email address will not be published.